Om onze ambities te ondersteunen investeren we voortdurend in de infrastructuur van onze stad. We vernieuwen de onderwijsgebouwen, zorgen voor goede sportaccommodaties en leggen nieuwe wegen en bruggen aan als deze aan vervanging toe zijn. Enerzijds betreffen dit vervangingsinvesteringen van ons bestaande bezit en anderzijds gaat het om uitbreidingsinvesteringen. Vervangingsinvesteringen nemen we op in het meerjaren investeringsplan (MIP). Voor uitbreidingsinvesteringen is in 2010 het Investeringsfonds opgericht. In deze paragraaf lichten we de ontwikkelingen van beide programma’s op hoofdlijnen toegelicht.
Zaanstad heeft al jaren een ambitieus investeringsprogramma. Dit leidt tot kapitaallasten (rente en afschrijving) in de begroting. Om te voorkomen dat een relatief groot deel van de begroting bestaat uit kapitaallasten, die niet snel beïnvloedbaar zijn, hebben raad en college bij de begroting 2005 besloten om de kapitaallasten te maximeren. Daarbij is een normering van 10% van de begrotingsomvang gehanteerd, hetgeen destijds neerkwam op een maximale kapitaallasten van circa € 35 mln. Dit betreft de kapitaallasten die een beslag leggen op de algemenen middelen. Kapitaallasten die worden gedekt via tarieven, reserves of huurinkomsten zijn hier van uitgesloten.
Omdat de begrotingsomvang de afgelopen jaren is gegroeid, zijn we op zoek gegaan naar een andere manier om het investeringsprogramma te beheersen. Sinds 2011 hanteren we daarom investeringsplafonds. Via deze plafonds sturen we op het investeringsvolume, waardoor de kapitaallasten niet ongelimiteerd kunnen groeien. We hanteren plafonds voor:
Bij aanvang van een nieuwe bestuursperiode vindt een herijking plaats van de investeringsplafonds. Dit voorstel volgt bij de kadernota 2016-2019.
Onderstaande figuur geeft de ontwikkeling van de kapitaallasten in deze begroting weer. Deze blijven onder het niveau van € 35 mln. De oorzaak van de piek in 2015 wordt veroorzaakt doordat is dat in dat jaar voor circa € 30 mln. versneld wordt afgeschreven.
In bijlage 7 is een specificatie van het meerjaren investeringsplan MIP opgenomen. In deze bijlage zijn ook de geraamde kapitaallasten weergegeven.
De investeringen voor het beheer van de openbare ruimte worden gepland binnen het daarvoor geldende plafond.
Vorig jaar heeft het Rijk fors bezuinigd op de middelen voor onderwijshuisvesting. Daarom moesten veel projecten uit het Integraal Huisvestingplan (primair onderwijs) worden vertraagd of gestopt. Dit betreft zowel projecten die gedekt werden via het Investeringsfonds als projecten die gedekt waren in het meerjaren investeringsplan MIP.
Doordat middelen die beschikbaar waren voor onderwijshuisvesting in het Investeringsfonds voor uitbreiding, in te zetten voor andere IHP-projecten, kan de gemeente de afspraken met de schoolbesturen nakomen.
De piek in de investeringen voor sportaccommodaties hangt onder andere samen met de bouw van sporthal De Koog. Om dit te realiseren, wordt het investeringsvolume versneld ingevuld. Hierdoor ontstaat tijdelijk een extra kapitaallast. Deze wordt gedekt via de reserve sport en extra huurinkomsten. De grafiek laat ook zien dat de investeringen in de toekomst onder het plafond blijven, waardoor het gemiddelde investeringsvolume wordt gehandhaafd en de daarbij behorende kapitaallasten worden gehandhaafd.
Onderstaande grafiek laat zien dat na het eerste begrotingsjaar de investeringen die noodzakelijk zijn voor de vervanging van bedrijfsmiddelen na het eerste begrotingsjaar oplopen. Bij de kadernota 2016-2019 vindt herijking van dit plafond en het onderliggend plan plaats.
Uitbreidingsinvesteringen wegen we integraal af in het Investeringsfonds. Het financieel kader daarbij wordt bepaald door de omvang van het fonds. Dit betekent dat als de voeding afneemt, de ruimte voor nieuwe investeringen wordt beperkt. In dat geval kunnen nieuwe investeringen alleen plaatsvinden, door anders te prioriteren of ambities bij te stellen.
In deze begroting reserveert de gemeente:
Bij het Investeringsfonds gaan we weer terug naar de oorspronkelijke uitgangspunten uit 2010. Dat wil zeggen dat het investeringsfonds alleen uitbreidingsinvesteringen bevat en weer een risicobuffer van 10%. Deze risicobuffer vangt eventuele tegenvallers bij projecten of de voeding van het fonds op, zonder dat dit direct de exploitatie raakt. In de grafiek hieronder met het saldoverloop van het fonds is rekening gehouden met deze risicobuffer. Daarnaast wordt ruimte gehouden voor het uit te werken plan van de stad.
Vervangingsinvesteringen die nog in het fonds zaten, worden overgebracht naar het MIP. Dit gaat om de vervanging van de Zaanbrug, de Wilhelminasluis en een deel van zwembad de Crommenije. Met de extra kapitaallasten hiervan blijven we onder het niveau van € 35 mln. Het effect hiervan op de investeringsplafonds nemen we mee in de herijking bij de kadernota.
Onderstaande grafiek laat het saldoverloop van het Investeringsfonds zien. Een uitgebreide toelichting op alle projecten is opgenomen in MPG 14.2.