Zaanstad werkt aan een evenwichtige ontwikkeling van de stad binnen de Metropoolregio met behoud van de Zaanse eigenheid. De kwaliteiten van de stad vormen hiervoor de basis. Speerpunten zijn investeren in de leefkwaliteit, in onderwijs en arbeidsmarkt en in gebiedsontwikkeling, (Zaan/IJ). Deze thema’s kan de gemeente beïnvloeden en hebben het meest effect op de evenwichtige ontwikkeling van de stad (zie de toekomstvisie ‘Zaans Evenwicht: Zaanstad benut haar kracht binnen de Metropoolregio Amsterdam’ 2009). De kracht van Zaanstad is dat ondanks grote bezuinigingen de afgelopen jaren mooie resultaten geboekt zijn bij het realiseren van deze ambitie, denk aan Inverdan en het inlopen van onderhoudsachterstanden in de openbare ruimte. De opening van de tweede Coentunnel zal de aantrekkelijkheid van de stad de komende tijd een grote impuls geven.
De gemeente Zaanstad ondersteunt de decentralisatie van zorg en welzijn naar de gemeente. Hiermee komt er meer aandacht voor de persoonlijke situatie van mensen die zorg of ondersteuning nodig hebben. Tegelijkertijd is de impact voor inwoners en professionals groot. Zaanstad kan trots zijn op het voorbereidend werk, maar realiseert zich dat de effecten voor betrokkenen pas later echt voelbaar worden. Cliënten vragen zich af of zij na 1 januari nog wel de juiste zorg krijgen. Het beroep op mantelzorgers en vrijwilligers neemt toe. Bij veel werkers in de zorg bestaat onzekerheid over hun baan. Het is aan de gemeente om het transitieproces met uiterste zorgvuldigheid vorm te geven, tijdig te communiceren en zich oplossingsgericht te tonen bij signalen over zaken die niet goed gaan.
Zaanstad is op tijd klaar voor de nieuwe taken. De inkoop van zorg is lokaal en regionaal op 1 oktober 2014 voor 90 á 95% rond. Zaanstad is vroeg begonnen met de Sociale Wijkteams en Jeugdteams. De teams leveren maatwerk en gaan uit van de eigen mogelijkheden van onze inwoners en hun netwerk. De verwachting is dat zij zich door deze aanpak goed ondersteund weten en dat de inzet van de teams, samen met de versterking van de sociale infrastructuur van sport, onderwijs, buurt en ontmoeting, leidt tot minder (zware) zorg.
De decentralisaties vormen ook financieel een complex geheel, met beperkte sturingsmogelijkheden voor de gemeente en nog steeds onduidelijkheid over de hoogte van de budgetten. Zaanstad loopt financieel risico en dat daar houden we bij deze begroting rekening mee.
Op Prinsjesdag werden signalen van herstel van de economie gepresenteerd. In Zaanstad zien we een toename aan het aantal vooroverleggen over vergunningsaanvragen, wat duidt op het aantrekken van de bouwmarkt. Het kabinet is voorzichtig optimistisch en belooft de meeste inkomensgroepen iets meer bestedingsruimte. Maar het herstel is kwetsbaar: tekorten blijven aan de orde. Bovendien ligt het risico van een nieuwe ‘dip’ op de loer. Van de politiek vraagt dit ‘scherp aan de wind zeilen’: het is zoeken naar maatregelen en investeringen die het herstel verder bevorderen. We willen voorkomen dat we nu oversturen en tekorten terugdringen met maatregelen die het herstel juist in de kiem smoren. Herstel van de economie moet volgens het kabinet vooral van de steden komen (zie de Agenda Stad), bijvoorbeeld uit Zaanstad en de Metropoolregio Amsterdam. Om de banenmotor op gang te brengen, intensiveert Zaanstad de samenwerking met MRA, grote steden en de rijksoverheid. Bij de kaderbrief was het financieel beeld voorzichtig optimistisch. Inmiddels heeft Zaanstad te maken met forse tegenvallers voor de begroting. Deze tegenvallers hebben een relatie met het achterblijven van de groei van de werkgelegenheid. De tekorten en risico’s op de bijstand en de sociale werkvoorziening nemen toe. Daarnaast neemt de waarde van de gronden voor toekomstige bedrijvigheid – met name HoogTij - veel meer in waarde af dan eerder gedacht. Het gemeentebestuur wil -ondanks deze tegenvallers- investeren om het herstel van de economie te versterken en kiest daarom voor het beperken van nog meer bezuinigingen. Door slim te investeren in de stad wil de gemeente zelf het verschil maken en andere investeerders over de streep trekken.
Investeren in de stad = een impuls geven aan de woningmarkt
We willen dat de stad aantrekkelijk blijft voor bestaande én nieuwe inwoners. Door de eigen inwoners meer mogelijkheid te geven een ‘wooncarrière’ binnen Zaanstad te hebben en ook aantrekkelijk te zijn voor hoogopgeleide nieuwkomers, ontstaat een meer evenwichtige bevolkingsopbouw. Dit heeft een gunstig effect op het voorzieningenniveau, de economie en de werkgelegenheid in Zaanstad (zie ook de Staat van de stad 2010 en 2013).
De Zaanse woningmarkt laat een woningtekort zien dat oploopt van 3 naar 5%, terwijl 1,5% acceptabel is. Door stagnerende bouw en de vergrijzing, waarbij ouderen bovendien langer thuis blijven wonen, loopt de doorstroming op de woningmarkt terug. Dit vraagt het stimuleren van de woningbouw en van de transformatie van de bestaande voorraad en andere leegstaande panden zoals zorginstellingen, kantoren, winkels en industrieel erfgoed (). De gemeente wil meer ruimte geven aan anderen om initiatieven te ontwikkelen door (planologische) maatregelen te treffen die bouwen eenvoudiger maken. Waar de markt stagneert, kiezen we er voor om eigen grondposities in te zetten om woningbouw op kansrijke locaties voor te bereiden, zodat het aantrekkelijker wordt voor andere partijen om in te stappen. Dit betekent eerst investeren, maar wel op plaatsen waarvan we verwachten dat anderen vervolgens mee willen doen en waar wij op termijn opbrengsten verwachten. De kosten gaan in deze begroting voor de baat uit.
Investeren in de stad = een impuls geven aan de werkgelegenheid
Een groei van 3000 banen de komende vier jaar lijkt heel reëel. Denk onder andere aan de komst van enkele grote werkgevers, zoals Ikea en de penitentiaire inrichting, en de potenties van gebieden als het Hembrugterrein en HoogTij. De ervaring leert dat 10% daarvan beschikbaar komt voor werkzoekenden met een lager opleidingsniveau of zonder startkwalificatie. Dit biedt kansen om mensen uit de bijstand aan het werk te krijgen. Dat leidt naast het maatschappelijk succes bovendien tot een financieel voordeel voor de gemeente.
In Zaanstad vormt het MKB een belangrijke motor voor innovatie en groei. Veel ondernemers hebben een actieve rol in de samenleving. De gemeente vereenvoudigt de procedure van vergunningverlening en vermindert de ervaren regeldruk van ondernemers mede door vaste contactpersonen vanuit de gemeente om mee te denken en aanvragen te begeleiden. Deze ‘accountmanagers’ onderhouden contact met gevestigde ondernemers (bij bedrijfsverplaatsingen en zoeken van werkplekken voor uitkeringsgerechtigden e.d.) en nieuwe ondernemers en behartigen Zaanse (economische) belangen in relevante netwerken (vooral met Metropoolgemeenten voor acquisitie van (inter)nationale ondernemingen). De gemeente versterkt daarnaast de verbinding tussen onderwijs en arbeidsmarkt, zodat opleidingen en banen in Zaanstad en regio nog beter op elkaar aansluiten.
Investeren in de toekomst van de stad = een impuls geven aan het warmtenetVerkenningen laten zien dat de restwarmte van (industriële) bedrijven in Zaanstad de komende jaren de basis kan bieden voor de start van een stedelijk warmte/koude netwerk. Zo’n netwerk kan de energiekosten voor de eindgebruiker in de toekomst verlagen, wat een positieve bijdrage heeft op de woonlasten van onze inwoners. Het warmtenet creëert werkgelegenheid en draagt bij aan het versterken van de lokale economie en innovatie. Het gemeentebestuur signaleert dat inmiddels 22 partners betrokken zijn bij het uitwerken van business cases voor restwarmtelevering. De ontwikkeling lijkt te stagneren: warmtenet zoekt een vooroploper. Een strategie om als gemeente de eerste impuls te geven, geeft ook ruimte om erop sturen dat de hele stad profiteert van het netwerk .
Zaanstad maakt opnieuw keuzes. Nadrukkelijk richten we ons daarbij op kansen zien en benutten en bijdragen aan een duurzaam vitale toekomst. Een toekomst waarin Zaanstad aantrekkelijk is voor inwoners, ondernemers en bezoekers als stad om in te wonen, werken en verblijven.
De financiële ontwikkeling in de begroting 2015-2018 kenmerkt zich door structurele tegenvallers door de afname van het macrobudget WWB en een nieuwe cao en een incidentele tegenvaller door vertraging en/of verlagen van grondprijzen op Hoogtij (incl. RON) en Inverdan. Deze paragraaf licht zowel de financiële vertaling van de strategie als het financieel beeld op hoofdlijnen toe.
De begroting 2015–2018 komt tot stand in een periode van incasseren van grote overheidsbezuinigingen en een vooruitzicht van licht economisch herstel en afname van de werkloosheid (2), ook in onze regio. De gemeente bekijkt de bezuinigingsopgave tegen deze achtergrond. Zaanstad kan de financiële tegenvallers oplossen door opnieuw te bezuinigen op voorzieningen in Zaanstad. Risico is dat daarmee de lokale groei van de economie stagneert, of zelfs afneemt. Dat is niet goed voor de werkgelegenheid in de regio. Een andere optie is om met het verwachte economische herstel mee te liften en deze waar mogelijk te stimuleren, zoals in de vorige paragraaf beschreven. Dit voorkomt nu de verdere aantasting van het voorzieningenniveau. Deze strategie heeft de voorkeur. Het risico is dat economisch herstel uitblijft, bijvoorbeeld door geopolitieke onrust in Europa, waardoor de gemeente volgende jaren alsnog moet bezuinigen op diensten en voorzieningen.
Zaanstad zet de komende jaren sterk in op het creëren van meer banen en de bouw van meer woningen. Het Planbureau van de Leefomgeving (3) constateert dat de bevolking in onze regio langdurig zal groeien. Zo neemt de bevolkingsgroei in Zaanstad tot en met 2025 toe tussen 2,5% en 10% en tot en met 2040 zelfs met meer dan 10%. Dit leidt tot een toenemende vraag naar woningen. Nu ook de prijzen in de Zaanse regio weer aantrekken, is het realistisch om de woningbouwprognose weer op te trekken naar circa 600 woningen per jaar (de afgelopen tien jaren was de woningbouwproductie gemiddelde 720 woningen per jaar).
Zaanstad kan bovendien snel reageren op economisch herstel omdat zowel de bouwterreinen als infrastructuur klaar liggen of zijn gepland. Daarnaast biedt het herbestemmen van gebouwen kansen.
We vertrouwen weliswaar op een aantrekkende economie met daarbij de bouw van meer woningen en de toename van de werkgelegenheid, maar dat doen we ook behoedzaam. Zowel binnen de maatschappelijke- als fysieke werkvelden hebben we voldoende buffers ingebouwd om een gecalculeerd risico aan te gaan. Bij de decentralisaties worden nog niet de gehele beschikbare budgetten aanbesteed, zodat er nog budget beschikbaar is om onverwachte uitgaven op te vangen. Daarnaast is vorig jaar door de raad besloten om circa € 2 mln. op de organisatie van de bestaande maatschappelijk taken te bezuinigen. Daardoor is er vanaf 2016 circa € 2 mln. structureel beschikbaar om nog extra kosten op te vangen die voortkomen uit de nieuwe taken. In de begroting is een bedrag opgenomen van € 1,4 mln. in 2015 om de kosten van doorlopende indicaties op te vangen. Tenslotte is er een Algemene Reserve Sociaal beschikbaar van € 8,8 mln. Deze is voldoende om de risico’s die nu bekend zijn op te kunnen vangen.
Bij het investeringsfonds gaan we weer terug naar de oorspronkelijke uitgangspunten uit 2010. Dat wil zeggen dat het investeringsfonds alleen uitbreidingsinvesteringen en weer een risicobuffer van 10% bevat. Deze risicobuffer vangt eventuele tegenvallers bij projecten of de voeding van het fonds op, zonder dat dit direct de exploitatie raakt. De algemene reserve grondzaken biedt dekking voor de voorzieningen die we treffen voor de RON, HoogTij en Inverdan. De huidige tegenvallers op deze grondposities vragen aanvulling van de algemene reserve grondzaken. Met de aanvulling die vanuit het investeringsfonds kan plaatsvinden, is de algemene reserve grondzaken weer op voldoende niveau.
Samenvattend bevat deze begroting een voorstel om risicovoller te ramen op basis van een onderbouwde verwachting van meer banen en meer woningen. De begroting biedt daarbij voldoende buffers om eventuele tegenvallers op te kunnen vangen. Nadrukkelijke keuze is om nu niet te schrappen in bestaande taken en voorzieningen.
Het financiële beeld ziet er, op hoofdlijnen, als volgt uit:
| 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
Algemene uitkering | -350 | -2.285 | -1.899 | -2.619 |
Zorg en Jeugd | -2.800 | -1.100 | -1.100 | -1.100 |
WWB en participatie | 3.179 | 4.942 | 2.945 | 1.756 |
Gebiedsontwikkelng en investeringen | -3.643 | -2.881 | -1.031 | 590 |
Nieuw beleid | 1.235 | 635 | 435 | 435 |
Overig | 2.378 | 689 | 649 | 937 |
Saldo | 0 | 0 | 0 | 0 |
De meicirculaire laat een positief accres zien in de jaren 2016 en 2017. De definitieve herijking van het gemeentefonds valt gunstiger uit in de jaren 2015 en 2016 en de bezuiniging op huishoudelijke hulp valt het eerste jaar minder slecht uit. De gemeente ontvangt extra middelen voor nieuwe taken en kiest ervoor deze ook hiervoor in te zetten. Het betreft het organiseren van de waterschapsverkiezingen, vrouwenopvang, WMO, maatschappelijke opvang & Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) en Gezond in de Stad.
Bij de meicirculaire is het macrobudget voor de jeugdzorg geactualiseerd. Het budget is licht neerwaarts bijgesteld naar € 33,7 mln. Dit budget is nog gebaseerd op historische kosten en gaat de komende jaren over naar een objectief verdeelmodel. De uitkomsten hiervan zijn nog niet bekend.
Met het vaststellen van de wet is het takenpakket voor de WMO duidelijk en is bij de meicirculaire een nieuw macrobudget voor de WMO afgegeven. Deze bedraagt € 16,1 mln. voor de nieuwe gemeentelijke taken en € 8,7 mln. voor de centrumtaken. Ook voor dit budget ontwikkelt het rijk een objectief verdeelmodel. De eerste uitkomsten duiden erop dat Zaanstad een voordeelgemeente zal zijn. De inkomsten uit eigen bijdragen waren tot 2015 structureel geraamd op € 1,3 mln. De werkelijke bijdragen bedroegen de afgelopen jaren ca. € 2,5 mln. Deze begroting hanteert daarom een raming van € 2,5 mln.
Het aantal AWBZ-indicaties is het afgelopen jaar opgelopen. Daar is in de rijksbudgetten nog geen rekening mee gehouden. De oude AWBZ indicaties lopen nog door totdat de gemeente de cliënten zelf geïndiceerd heeft. De extra kosten die hiermee samenhangen (€ 1,4 mln.) zijn opgenomen in deze begroting. Alle cliënten die begeleiding of huishoudelijk hulp hebben, krijgen een gesprek om maatwerk te leveren. Ook deze kosten worden geraamd op € 1,4 mln. en zijn opgenomen in de begroting.
Om de nieuwe taken te borgen in de organisatie, mensen op te leiden en ICT-systemen aan te passen is in 2015 nog een bedrag van € 2 mln. nodig. Deze kosten worden voor € 0,5 mln. gedekt uit het hervormingsbudget en grotendeels uit een bezuiniging op de organisatie van oude taken in het maatschappelijk domein in 2015. Vanaf 2016 gebruiken we, conform besluitvorming in de begroting 2014-2017, de opbrengst van de bezuiniging op de organisatie om de nieuwe taken financieel goed op te vangen.
Het macrobudget WWB is met bijna 10% naar beneden bijgesteld. In Zaanstad is weliswaar de uitstroom naar werk hoog, maar de instroom in de bijstand is nog hoger. Daardoor kan Zaanstad in de afbouw van het aantal bijstandsgerechtigden niet meebewegen met de landelijke prognose. Dat uitgangspunt leidt tot een fors structureel financieel probleem. De budgetten zijn nog onzeker omdat er een nieuw verdeelmodel komt met een overgangsregeling per 1 januari 2015. Deze nieuwe budgetten maakt het rijk pas rond 1 oktober 2014 bekend.
De verwachting is dat Zaanstad uiteindelijk toch meer ontvangt dan nu is toegekend. Door een grotere stijging van het aantal bijstandsgerechtigden dan landelijk, neemt het Zaanse historische aandeel in het macrobudget toe. Een grote onzekerheid hierbij is dat het verdeelmodel per 1 januari 2015 wijzigt en wij nog geen inzicht hebben in de effecten daarvan. Een eerlijke verdeling van de schaarse middelen voor de bijstand neemt hiermee in belang toe. Zaanstad gaat daarom strikter na of mensen die een bijstandsuitkering aanvragen of hebben daadwerkelijk voldoen aan de gestelde eisen en ook zet de gemeente actiever in op het innen van oude vorderingen. Door de contacten met het bedrijfsleven te intensiveren en het investeringsklimaat voor bedrijven te verbeteren, wordt nog meer ingezet op uitstroom naar werk.
Baanstede voert de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) uit. In 2011 was de prognose dat, zonder ingrijpen, het tekort bij Baanstede structureel zou oplopen naar € 6 mln. Voor het bestuur van Baanstede was dat de reden om een transitieplan te maken om deze kosten terug te dringen. Op basis van dat transitieplan was in de begroting van 2013 de prognose dat dit tekort zou dalen naar ruim € 2 mln. structureel. In de nu voorliggende begroting van Baanstede ontstaat een behoorlijke verslechtering van het exploitatieresultaat. Structureel loopt dit nu op naar een tekort van € 3,6 mln. Dit leidt tot een hogere gemeentelijke bijdrage. Oorzaken zijn minder uitplaatsingen, een vertraging van de verzelfstandiging van Groen, de lagere loonkostensubsidie en de hogere kosten van de ambtelijke formatie. Daarnaast heeft Zaanstad een herstructureringsbijdrage van € 2,2 mln. toegezegd. Vertraging van de herstructurering leidt bovendien tot een andere verdeling van deze bijdrage over de jaarschijven.
De tekorten in Baanstede lopen op door vertraging van de transitie. De budgetten voor de WSW en re-integratie zijn vanaf 2015 samengevoegd tot het Participatiebudget. Tekorten op de uitvoering van de WSW kan de gemeente daardoor ook dekken met ruimte in de re-integratiemiddelen. De cijfers van het participatiebudget zijn vanaf 2016 nog sterk in beweging. De inschatting of de middelen voldoende zijn voor alle geplande activiteiten is nog moeilijk te maken. Het budget bedraagt in 2015 circa € 15,5 mln. en neemt door de rijksbezuinigingen de komende jaren snel af. Indien na vaststelling van het participatiebeleid een knelpunt blijkt, betrekken we dat tekort bij de kadernota van volgend jaar.
De grondexploitaties actualiseren we twee keer per jaar. Op dit moment heeft Zaanstad twee grote exploitaties, namelijk Inverdan en Hoogtij (zowel een eigen grondexploitaties als via een deelname in de Regionale Ontwikkelmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON)). De actualisaties laten zien dat een extra voorziening voor Hoogtij/RON (€ 9 mln.) en Inverdan (€ 1,7 mln.) nodig is. Dat leidt tot een negatieve algemene reserve grondzaken. Dit vraagt een bijstorting van circa € 8 mln. om de reserve weer op niveau te brengen.
Bij de begroting van 2011 is het investeringsfonds gevormd. Deze is bedoeld voor het dekken van uitbreidingsinvesteringen en is gevoed voor de opbrengsten van de Nuon aandelen en wordt nog gevoed door afdrachten voor infrastructuur uit de grondexploitaties, het budget plannen met Zaanstad, opbrengsten vastgoed en winsten van grondexploitaties. Deze laatste zijn er nooit gekomen. Mogelijke winsten blijken nu verliezen. Bij de begroting 2011-2014 zijn ook vervangingsinvesteringen opgenomen in het investeringsfonds omdat er op dat moment geen structurele ruimte was om deze in het meerjareninvesteringsplan op te nemen. Door de budgetten in het investeringsfonds voor vervangingsinvesteringen te laten vrijvallen en deze vervolgens als kapitaallasten weer op te nemen in de exploitatie, ontstaat incidenteel ruimte om de algemene reserve grondzaken aan te vullen. Dit vraagt ruimte in de meerjarenbegroting. De vervangingsinvesteringen betreffen de Wilhelminasluis, het zwembad (50% is vervanging) en de Zaanbrug. Binnen het investeringsfonds ontstaat ruimte om de oorspronkelijk risicobuffer van 10% weer op te nemen om eventuele overschrijdingen van investeringen of vertraging van voeding van het investeringsfonds op te vangen zonder dat dit de exploitatie raakt. Dit is een uitwerking van de geschetste strategie.
De kwaliteitsimpuls Wilhelminasluis en het projectmanagement Zaanbrug en Wilhelminasluis vragen extra budget. Voor de investeringen van een brug over zijkanaal H is een reservering nodig (€ 450.000) in het investeringsfonds.
Vorig jaar heeft het Rijk fors bezuinigd op de middelen voor onderwijshuisvesting. Daarom moesten veel projecten worden vertraagd en gestopt uit het Integraal Huisvestingplan (primair onderwijs). Dit betreft zowel projecten die gedekt waren in het investeringsfonds als projecten die gedekt waren in het meerjareninvesteringsplan. Als de middelen die beschikbaar waren voor onderwijshuisvesting in het investeringsfonds beschikbaar blijven voor onderwijshuisvesting, kan de gemeente de afspraken met de schoolbesturen nakomen.
Door de aantrekkende economie en de demografische ontwikkelingen in de Amsterdamse regio en stijgende woningprijzen, zal de behoefte aan woningen toenemen. Om hier invulling aan te geven zal de woningbouwproductie moeten stijgen ten opzichte van de afgelopen jaren. Dit leidt tot hogere opbrengsten bouwleges, OZB en algemene uitkering ten opzichte van de verwachting bij de kaderbrief.
Dit leidt In de begroting wordt het volgende voorgesteld aan nieuw beleid:
| 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
Aanvulling Blauwe zones i.p.v. fiscaal parkeren buiten Zaandam | 39 | 39 | 39 | 39 |
Financiële ondersteuningsregeling buurthuizen | 400 | 400 | 400 | 400 |
Financiële ondersteuningsregeling buurthuizen | -400 | -400 | -400 | -400 |
Onttrekking Duurzaamheidsfonds i.v.m. aansluiting op slim energienet | 150 | 0 | 0 | 0 |
Onttrekking Duurzaamheidsfonds i.v.m. aansluiting op slim energienet | -150 | 0 | 0 | 0 |
Open Monumentendag 2017 en 2018 | 0 | 0 | 10 | 10 |
Open Monumentendag 2017 en 2018 | 0 | 0 | -10 | -10 |
Restauratie synagoge | 300 | 0 | 0 | 0 |
Sail 2015 | 300 | 0 | 0 | 0 |
Uitbreiding ambtelijke ondersteuning in netwerken (1fte) | 80 | 80 | 80 | 80 |
Zaan-IJ | 316 | 316 | 316 | 316 |
Zelfdoen | 200 | 200 | 0 | 0 |
| 1.235 | 635 | 435 | 435 |
Dit leidt Het nieuwe beleid is toegelicht op de diverse programma's.
De belangrijkste overige ontwikkelingen zijn:
(1) Zie ook de studie van het Planbureau voor de Leefomgeving: Balans van de Leefomgeving 2014. http://themasites.pbl.nl/balansvandeleefomgeving/2014/
(2) Centraal Planbureau, Macro Economische Verkenning 2015
(3) De publicatie De Nederlandse bevolking in beeld van het Planbureau voor de leefomgeving waarschuwt gemeenten in regio's waar de bevolkingsgroei stagneert of de vraag naar woning slechts tijdelijk groeit door de vergrijzing om niet te bouwen. De regio Amsterdam, waaronder ook Zaanstad krijgen daarentegen te maken met duurzame groei van de bevolking en daarmee samenhangend een groeiende vraag naar woningen.