Begroting 2015 - 2018

Onderhoud Kapitaalgoederen

Onderhoud Kapitaalgoederen

Inleiding

Kapitaalgoederen zijn goederen waarvoor investeringen nodig zijn. Het gaat om zaken die daarna regelmatig onderhoud vergen, zoals wegen, gebouwen, riolering en groen. Het onderhoud van kapitaalgoederen is van groot belang voor het zo optimaal mogelijk functioneren van de gemeente, onder meer op het gebied van leefbaarheid, veiligheid, vervoer en recreatie.

Deze paragraaf gaat achtereenvolgens in op het beleidskader, het kwaliteitsniveau, het onderhoudsplan en de financiën van:

  • Openbare ruimte
  • Riolen
  • Onderwijshuisvesting
  • Sport
  • Gemeentelijke vastgoedportefeuille

Openbare Ruimte

Beleidskader
Met de begroting 2014-2017 is een bezuiniging ingeboekt voor een bedrag van € 1,6 miljoen in 2014, oplopend tot € 3,3 miljoen vanaf 2017.Met de begroting 2015-2018 wordt de bezuiniging op de gladheidsbestrijding voor een structureel bedrag van € 127.000,- teruggedraaid omdat bezuiniging ongewenste negatieve effecten heeft voor de bereikbaarheid van de stad.Dit resulteert in onderstaand overzicht van bezuinigingen die met de begroting 2014-2017 zijn ingezet.

Bezuiniging2014201520162017
1. Verlagen netheidsniveau openbare ruimteL-611-738-866-866
2. Verminderen/anders organiseren van de gladheidsbestrijdingL-50-13-13-13
3. Omvormingen in de openbare ruimteL-155-390-448-458
4. Verruimen van de afhandelingstermijnen voor meldingen openbare ruimteL-95-213-213-213
5. Afstoten beheer en onderhoud watergangenL00-481-501
6. Eenvoudiger ontwerpen openbare ruimteL-430-775-930-930
7. Uitstellen inlopen onderhoudsachterstanden openbare ruimteL-300-450-273-190
Totaal bezuinigingspotentieel-1.641-2.579-3.223-3.171

(negatief bedrag = besparing)

In het coalitieakkoord 2014-2018 is vastgelegd dat de gemeente de komende jaren niet verder op het onderhoud van de openbare ruimte bezuinigt. We lopen de onderhoudsachterstanden de komende jaren niet verder in. Ten opzichte van de Kaderbrief 2015-2018 wordt voor de jaarschijf 2015 € 800.000,- meer bezuinigd om te komen tot een sluitende begroting. De bezuiniging is als volgt ingeboekt:

Bezuiniging2015201620172018
Niet meer inlopen onderhoudsachterstandenL-1.500-1.500-1.500-1.500

(negatief bedrag = besparing)

Kwaliteits- /onderhoudsniveau
Ten aanzien van het onderhoud van de openbare ruimte worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Het onderhoud wordt op kwaliteitsniveau B/C uitgevoerd conform de systematiek van de CROW, kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte. Alleen het Inverdan-winkelgebied wordt conform deze systematiek op kwaliteitsniveau A onderhouden.
  • Bij vervanging van de openbare ruimte wordt een deel van de vervangingen op eenvoudige wijze uitgevoerd. Bij dergelijke projecten vinden geen grootschalige aanpassingen meer plaats. Dit houdt in dat de openbare ruimte wordt vervangen zonder de openbare ruimte ingrijpend aan te passen. In het meerjareninvesteringsplan voor de openbare ruimte worden ook de projecten gespecificeerd die in aanmerking komen voor herinrichting. Bij herinrichting passen we de openbare ruimte in overleg met belanghebbenden aan de eisen van het hedendaagse gebruik aan.
  • Bij projecten die wel worden heringericht wordt de openbare ruimte ingericht conform de standaarddetails openbare ruimte.

Onderhoudsplan en actuele stand van onderhoud
Het grootste deel van het dagelijks onderhoud wordt uitgevoerd op basis van een beeldbestek.

Het meerjareninvesteringsplan (MIP) wordt jaarlijks geactualiseerd, waarbij we opnieuw kijken naar de prioritering van vervangingsinvesteringen. Bij het opstellen van het MIP hanteren we voor de vervangingsinvesteringen openbare ruimte de volgende criteria:

  • Veiligheid wordt gewaarborgd
  • Opgestarte projecten worden afgerond
  • Er is sprake van een onderhoudsachterstand
  • Er wordt voldaan aan wettelijke eisen (zoals de keur van het hoogheemraadschap)
  • Gemaakte afspraken met samenwerkingspartners worden nageleefd (bijv. subsidieverlenende partijen)
  • Er wordt integraal gewerkt (geen herbestrating als het onderliggende riool slecht is)
  • Er wordt geïnvesteerd in projecten wanneer lagere exploitatielasten kunnen worden bereikt (zoals bij asfalt en verkeersregelinstallaties)
  • Investeringen worden afgestemd op subsidiekansen, zoals de subsidiestromen voor revitalisering van bedrijventerreinen en toerisme
  • Investeringen worden gedaan als milieuwinst te behalen is of om mogelijke milieurisico’s af te wenden
  • Met investeringen wordt gestreefd een zo groot mogelijke doelgroep te bereiken

Financiën
In 2013 zijn de onderhoudsachterstanden met € 2,7 mln. ingelopen doordat meer vervangingen zijn gerealiseerd dan zijn begroot. Deze extra besteding in 2013 wordt in 2014 gecompenseerd waardoor de onderhoudsachterstanden van € 53 mln in 2010 zijn teruggebracht tot € 35,4 mln eind 2014.

In de jaren 2015-2018 is een bedrag aan vervangingsinvesteringen openbare ruimte beschikbaar van € 74,7 mln. Inclusief indexering is de verwachting dat eind 2018 de onderhoudsachterstanden op een gelijk niveau liggen ten opzichte van eind 2014.

De ontwikkeling van de onderhoudsachterstanden is in onderstaande grafiek weergegeven.

Er is een nieuwe handreiking artikel 12 naar de Tweede Kamer gestuurd door de minister die het gemiddelde kwaliteitsniveau van de openbare ruimte als uitgangspunt hanteert in plaats van het huidige technisch optimale onderhoudsniveau. We onderzoeken wat deze verandering in de handreiking artikel 12 betekent voor de normering van het achterstallig onderhoud.

In het kader van de financiële strategie is het streven erop gericht om vervangingen van de openbare ruimte te dekken vanuit de exploitatie. In het verleden zijn deze vervangingen nog geactiveerd, wat heeft geleid tot hoge kapitaallasten. De afgelopen jaren is sterk ingezet op het versneld afboeken van lopende activa en de vrijvallende kapitaallasten aan te wenden voor vervangingsinvesteringen.

In onderstaand overzicht wordt de dekking van de vervangingen openbare ruimte weergegeven.

Bedragen x € 1.000,-2015201620172018
Exploitatie11,211,211,311,3
Investering7,47,47,47,4
Totaal18,618,618,718,7

Riolen

Beleidskader
Met het beleid zoals vastgelegd in het Verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan (VGRP) wordt erop ingezet dat:

  • de eerder in het GRP 2001-2005 geformuleerde doelen, functionele eisen en maatstaven ten aanzien van de rioleringszorg gehandhaafd blijven, zodat de kwaliteit en capaciteit van het rioolstelsel aan het wettelijke kader blijft voldoen;
  • na het behalen van de landelijke norm voor emissiereductie (basisinspanning) geen verdere maatregelen ter emissiereductie worden genomen;
  • met betrekking tot het aansluiten van ongerioleerde panden in het buitengebied het provinciale beleid zal worden gevolgd;
  • de in 2009 vastgestelde nota grondwaterzorg verder tot uitvoering wordt gebracht.

In de aangegeven planperiode wordt onderzocht:

  • hoe de kapitaalslasten en kosten voor de rioleringszorg kunnen worden verminderd;
  • welke maatregelen noodzakelijk zijn om overlast in de openbare ruimte door de toekomstige klimaatsverandering te voorkomen;
  • hoe ten aanzien van bestuursakkoord Water 2010 wordt ingezet op regionale samenwerking met het hoogheemraadschap en gemeenten om te komen tot een doelmatige uitvoering van werkzaamheden.

De rioleringstaak in Zaanstad krijgt al snel te maken met de slechte kwaliteit van fundering van vooroorlogse woningen. Met het beleidsplan Nieuw Fundament is een nieuwe koers belegd door de uitvoering van taken door het Gemeentelijk Adviesbureau Funderingsherstel (GAF). Het GAF zal de komende jaren haar taken afstemmen op gemeentelijke investeringen in de openbare ruimte om zodoende hogere kosten voor vervanging van de openbare ruimte zo veel mogelijk te beperken.

Onderhoudsplan en actuele stand van onderhoud
Met het opstellen van het VGRP is opnieuw gekeken naar de hoogte van de onderhoudsachterstanden in de riolering. De onderhoudsachterstanden (achterstallige vervangingen) in de riolering zijn becijferd op € 25 miljoen. In plaats van een gemiddelde jaarlijkse vervangingsopgave van 20 km, is eind 2012 in totaal 26,2 km aan riolering vervangen. Dit heeft als effect dat eind 2012 de onderhoudsachterstanden in totaal 20,6 km bedragen. Eind 2018 is de verwachting dat de onderhoudsachterstanden verder afnemen tot circa € 6 miljoen.

Financiën
In de periode 2015-2018 zal voor € 58 miljoen het riool worden vervangen en worden verbeterd. De totale exploitatie op het product Riolen bedraagt voor 2015 € 21,4 miljoen.
De gemeente Zaanstad heeft de laatste jaren actief gelobbyd om meer compensatie te krijgen voor bouwen op of in de slappe bodem. Bij de herverdeling van het gemeentefonds is een bedrag voor het cluster riolering toegekend van € 587.000,-. Dit bedrag wordt ingezet om de tarieven voor het rioolrecht niet verder op te laten lopen.

Onderwijshuisvesting

Beleidskader
De gemeente heeft op grond van de onderwijswetgeving een zorgplicht voor de huisvesting van scholen voor basis-, (voortgezet) speciaal en voortgezet onderwijs. Die zorgplicht is nader uitgewerkt in de verordening voorzieningen huisvesting gemeente Zaanstad.Deze regeling bevat vrij gedetailleerde ‘spelregels’ voor de schoolbesturen en het gemeentebestuur op het terrein van de onderwijshuisvesting (zoals bouw en inrichting, onderhoud, aanpassing gebouwen en gymnastieklokalen). Vanaf 2005 zijn bijna alle schoolgebouwen voor het voortgezet onderwijs vernieuwd of gerenoveerd. In 2015 wordt het laatste project (nieuwbouw Praktijkschool De Faam) afgerond. Het in 2007 afgesloten convenant ligt hieraan ten grondslag.

Voor het basisonderwijs heeft de gemeenteraad het Integraal huisvestingsplan (IHP) op 28 april 2011 vastgesteld. In dit plan is uiteengezet welke investeringen noodzakelijk zijn om het gebouwbestand van het primair onderwijs in Zaanstad te behouden en te verbeteren waar nodig. In samenwerking met de schoolbesturen zijn alle gebouwen en scholen bekeken en is bepaald waar investeringen in gebouwen noodzakelijk zijn. Met het doorvoeren van de rijksbezuiniging is het programma aangepast. Zo is de hele tweede fase komen te vervallen en is de eerste fase beperkt.

Schoolgebouwen zijn bijna allemaal juridisch bij de schoolbesturen in eigendom. Het beheer en onderhoud van deze gebouwen is primair de zorg van de schoolbesturen. Voor in de Huisvestingsverordening genoemde voorzieningen kunnen zij een aanvraag voor vergoeding van de kosten bij de gemeente indienen.

Kwaliteitsniveau / onderhoudsniveau
Vanaf 1 januari 2015 gaat de rijksvergoeding voor het onderhoud van de schoolgebouwen voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs rechtstreeks naar de schoolbesturen en kan hiervoor geen vergoeding meer bij de gemeente worden aangevraagd. Bij het voortgezet onderwijs is deze werkwijze al sinds 2005 van kracht.

Onderhoudsplan en actuele staat van onderhoud
Schoolbesturen hebben voor hun gebouwen een meerjarenonderhoudsbegroting opgesteld. Onderhoud vindt in principe volgens deze planning plaats.

Financieel
Het onderhoud van schoolgebouwen is een verantwoordelijkheid van de schoolbesturen. Scholen voor primair en (voortgezet) speciaal onderwijs kunnen tot 2015 voor een aantal met name genoemde voorzieningen vergoeding bij de gemeente aanvragen. Nu deze besturen vanaf 2015 deze middelen rechtstreeks van het Rijk ontvangen komt het onderhoudsbudget bij de gemeente te vervallen.

Sport

Beleidskader
Kapitaalgoederen die onder het programma sport vallen, zijn de gemeentelijke zwembaden, sporthallen en de kunstgrasvelden.
Het beleidskader bestaat uit de beleidsnota sport 2008-2014 ‘Zaankanters in beweging’ en het collegebesluit Z/2011/27759, waarin wordt aangegeven welke sporthallen en zwembaden worden vervangen of gerenoveerd.
De meeste sporthallen en zwembaden in de gemeente zijn sterk verouderd en afgeschreven. De afgelopen jaren is een uitvoeringsplan vastgesteld door de raad om de verouderde voorzieningen te vernieuwen. Het gaat om sporthallen De Vang, De Sprong, de Volleyhal en De Tref. Ook wordt zwembad De Watering vervangen door een nieuw zwembad en worden de Crommenije (deels) en De Slag gerenoveerd. Voor de buitensport is de afgelopen jaren een kwaliteitsslag geleverd door onder andere het vervangen van natuurgrasvelden door kunstgrasvelden.

Kwaliteitsniveau/onderhoudsniveau sporthallen en zwembaden
De verouderde sporthallen en zwembaden worden momenteel in stand gehouden. Dit betekent dat grote renovatiewerkzaamheden niet meer plaatsvinden, in afwachting van nieuwbouw. Specifiek betreft dit sporthallen De Vang, De Sprong en zwembad De Watering. De Volleyhal wordt in een latere fase vernieuwd, na 2020.

Bij nieuwbouw of renovatie van de sporthallen en de zwembaden moeten de accommodaties voldoen aan de functionele eisen om talentontwikkeling en topsport mogelijk te maken en om de breedtesport en het bewegingsonderwijs goed te kunnen accommoderen. Hierbij wordt uitgegaan van NOC*NSF-normen ten aanzien van onder andere akoestiek. Hierdoor leveren we een kwaliteitsslag bij het vernieuwen en renoveren van deze accommodaties.
De andere sporthallen en zwembaden worden onderhouden conform het meerjarenonderhoudsplan.

Kwaliteitsniveau/onderhoudsniveau buitensportaccommodaties
Er is een routekaart buitensport opgesteld met het doel te komen tot een toekomstbestendig accommodatiebestand. Met het vaststellen van de routekaart is het volgende besloten over de toekomst van de sportparken Oostzijderveld, Karnemelksepolder, Saenden, Poelenburg, Kalverhoek en Hockeyterrein van de Kraaien: 

  • Sportpark Oostzijderveld wordt bestemd als locatie voor herontwikkeling;
  • Sportpark Karnemelksepolder behoudt gedeeltelijk de bestemming sport en een deel wordt bestemd als locatie voor herontwikkeling;
  • Sportpark Saenden behoudt de bestemming sport, zolang Saenden gebruik maakt van de velden. Bij verhuizing van Saenden naar Karnemelksepolder wordt de locatie bestemd voor herontwikkeling;
  • Sportpark Poelenburg behoudt de bestemming sport, waarbij tegelijkertijd onderzoek wordt gedaan naar optimalisatie van het huidige gebruik en gedeeltelijke herontwikkeling mogelijk wordt gemaakt;
  • Sportpark Kalverhoek behoudt de bestemming sport, waarbij tegelijkertijd onderzoek wordt gedaan naar optimalisatie van het huidige gebruik en gedeeltelijke herontwikkeling mogelijk wordt gemaakt;
  • Hockeyterrein de Kraaien behoudt de bestemming sport.

Onderhoudsplan en actuele staat van onderhoud
Voor de zwembaden en de sporthallen zijn meerjarenonderhoudsplannen opgesteld. Het budget voor groot onderhoud van de zwembaden en sporthallen is opgenomen in een onderhoudsvoorziening bij de Stichting Zwembaden Zaanstad (per 1 januari 2015 bij Sportbedrijf Zaanstad). Voor wat betreft De Zaangolf ligt de verantwoordelijkheid bij de gemeente. Het budget is toereikend om alle groot onderhoud uit te voeren.

Het dagelijks onderhoud van de kunstgrasvelden gebeurt momenteel door de verenigingen en/of beheerstichtingen die de sportparken beheren. Zij krijgen hiervan een deel vergoed door de gemeente in de vorm van een onderhoudssubsidie. Het groot onderhoud (renovatie en vervanging) van de kunstgrasvelden valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Het budget hiervoor wordt jaarlijks gereserveerd (tot 2019 in de reserve sport, daarna in het Vervangingsfonds-MIP).

Financieel
De in de eerdere jaren opgelegde bezuinigingsopgave voor sport heeft invloed op het beheer en de exploitatie van de sporthallen en de zwembaden. Daarnaast wordt gezocht naar nieuwe beheervormen voor de buitensportaccommodaties. De exploitatie van de sporthallen, gymnastieklokalen en zwembaden wordt ondergebracht bij één sportbedrijf. Stichting Zwembaden Zaanstad wordt uitgebreid tot Sportbedrijf Zaanstad. Op 1 januari 2015 is het Sportbedrijf in werking. Een deel van de bezuinigingsopgave wordt ingevuld door het samenbrengen van taken in dit sportbedrijf.

Gemeentelijke vastgoedportefeuille

Beleidskader
Als gevolg van de nota 'Aanpak gemeentelijk vastgoed' (december 2008) en de voorstellen in de nota 'De gemeentelijke vastgoedportefeuille' (najaar 2012) is de afgelopen jaren het gemeentelijk vastgoed ondergebracht bij de afdeling Grondzaken en Bodem (Team Vastgoed). Alle beheeractiviteiten en gemeentelijke aan- en verkooptransacties m.b.t. vastgoed worden door deze afdeling (als juridisch eigenaar) verricht.

Via het meerjarenonderhoudsplan (MJOP) wordt het benodigde onderhoudsbudget voor deze vastgoedportefeuille in beeld gehouden. De gebruiker/huurder draagt zorg voor de exploitatie en het gebruik. Een uitzondering geldt voor de schoolgebouwen. Primair en speciaal onderwijs worden nog begeleid door het Team Accommodaties (MO). Voortgezet onderwijs heeft op dit gebied geen relatie meer met de gemeente.

Aan de hand van een aantal vastgestelde criteria (financieel, strategisch en functioneel) is het vastgoed beoordeeld op de bijdrage die het levert in de uitvoering van het gemeentelijk beleid. Dit heeft geleid tot het benoemen van een aantal panden die om die reden in gemeentelijk bezit blijven ('permanent beheer').

Het vastgoed waarmee geen strategische of beleidsdoelen zijn gediend, wordt zo veel mogelijk afgestoten. Deze objecten worden dan in de categorie 'voorraad' geplaatst en worden verkocht zodra een goede gelegenheid zich voordoet. Het vastgoed dat in gemeentelijk bezit blijft zal conform de Wet Markt en Overheid minimaal kostprijsdekkend of marktconform worden verhuurd. Er wordt een voorstel aan de raad voorgelegd om maatschappelijke instellingen van algemeen belang te verklaren. Daarmee vallen ze buiten de werkingssfeer van de Wet Markt en Overheid en kan meer maatwerk worden geleverd.

Kwaliteitsniveau
Het gemeentelijk vastgoed wordt beoordeeld op basis van de norm NEN 2767. Dit normblad beschrijft zes kwaliteitsniveaus. Daarbij is de conditie van niveau 1 vergelijkbaar met nieuwbouw en betekent niveau 6 sloop.
In Zaanstad is besloten het vastgoed dat in beheer blijft bij de gemeente te onderhouden conform conditie 3. Het genoemde meerjarenonderhoudsplan is op dit kwaliteitsniveau gebaseerd (= redelijk; het verouderingsproces is zichtbaar op gang gekomen).
Vastgoed dat zal worden afgestoten, wordt onderhouden conform conditie 5 ( = slecht; het verouderingsproces is min of meer onomkeerbaar geworden en heeft het gebouw in zijn greep).Met de toepassing van deze condities wordt bespaard op de onderhoudskosten. Wel is het zo dat bij een eventuele verkoop de opbrengst door een onderhoudsachterstand wordt beïnvloed .

Financiën
Het meerjarenonderhoudsplan vertoont per jaarsnede grote verschillen in het benodigde budget. Het ene jaar zijn er grote investeringen (nieuw dak of nieuwe installaties), terwijl er in andere jaren nauwelijks uitgaven zijn t.b.v. het onderhoud.Om hevige fluctuaties in de jaarlijkse budgetten tegen te gaan en enige 'begrotingsrust' te creëren, wordt voor het onderhoud gewerkt met tienjaarsgemiddelden. Dit maakt het nodig dat gewerkt wordt met de voorziening Onderhoud Vastgoed, waarin deze fluctuaties kunnen worden opgevangen.
Wanneer voor objecten grote incidentele investeringen noodzakelijk zijn, zullen deze boven een bedrag van € 35.000 (conform financiële verordening) via het meerjareninvesteringsplan (MIP) aan u ter besluitvorming worden voorgelegd.
De jaarlijkse uitgaven aan het onderhoud van gemeentelijk vastgoed zijn op basis van de laatste ramingen (recent geactualiseerd meerjarenonderhoudsplan)  ingeschat op gemiddeld € 1,47 mln. per jaar.

Daar het jaarlijkse budget op basis van de vorige begroting structureel € 1,1 mln. Bedraagt, is bij de begroting 2015-2018 een budgetaanvulling van € 370.000,- voorgesteld. Hierin is nu ook het onderhoud van het stadhuis opgenomen en het bedrag aan btw dat door de regionalisering van de brandweer niet langer kan worden gecompenseerd.
Gekoppeld aan deze structurele verhoging kan bij de ‘Najaarsrapportage 2014’ een bedrag van € 2,35 mln. vrijvallen vanuit de voorziening “Onderhoud gemeentelijk Vastgoed”.
Voor de nazorg van het stadhuis blijft totaal € 490.000,- achter in de voorziening, waardoor ook voor de binnenkant van het stadhuis structureel voldoende onderhoudsbudget in de begroting 2015-2018 is opgenomen.