Begroting 2015 - 2018

Lokale heffingen

Lokale heffingen

De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van gemeenten en zijn een integraal onderdeel van het gemeentelijke beleid. Een overzicht van de lokale heffingen – en daarmee meer inzicht – is van belang voor de raad. Een aanduiding van de lokale lastendruk is van belang voor de integrale afweging tussen beleid en inkomsten. Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid maakt het beeld van de lokale lasten compleet.

Het beleid ten aanzien van lokale heffingen is vastgelegd in de Nota Kostentoerekening tarieven (2013-2016).

Tarieven belastingen en rechten
Belangrijkste tarieven lokale lasten

Soort heffingTarief 2015Tarief 2014Stijgings-percentage Inflatie + autonoom
Onroerendezaakbelastingen
Woningen
- eigenarenbelasting als percentage van de WOZ-waardeNnb*0,1422 %3,5%
 
Niet-woningen
- eigenarenbelasting als percentage van de WOZ-waardeNnb*0,2850 %3,5%
- gebruikersbelasting als percentage van de WOZ-waardeNnb*0,2270 %3,5%
 
Afvalstoffenheffing 279,69273,462,3%
 
Rioolheffing   
- tot 300 kubieke meter verbruikt water280,48280,480,0%

* Na de herwaardering kunnen medio oktober/november de OZB – tarieven worden bepaald.

Advies tariefvoorstel OZB
De tarieven voor de roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting (hierna RWBB) zijn op grond van de Gemeentewet gelijk aan die van de onroerende zaakbelasting (hierna OZB). Bij de begroting 2013-2016 is in het kader van de bezuinigingen besloten om de opbrengst van de OZB in 2015 met 2,00% te verhogen. Met deze opbrengst is in de meerjarenbegroting reeds rekening gehouden. Daarnaast wordt het OZB-tarief verhoogd met 1,5% prijscorrectie.

Er wordt nu geen tarief-voorstel gedaan omdat de herwaardering van de onroerende zaken pas eind oktober 2014 is afgerond. De procedure is gelijk aan die in voorgaande jaren.

Macronorm
De gemeente heeft bij het jaarlijks vaststellen van het tarief voor de OZB beleidsvrijheid. Hierbij wordt vanuit het Rijk wel een voorwaarde gesteld: de jaarlijks opnieuw vast te stellen macronorm. De macronorm voor de OZB geeft aan met hoeveel procent landelijk de OZB-opbrengst jaarlijks mag stijgen. Deze norm is opgebouwd uit een inflatiepercentage en een percentage aan toegestane nominale opbrengstverhoging.

Het rapport evaluatie systematiek macronorm OZB is vastgesteld in het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv) van 10 september 2014 en aan de Tweede Kamer toegezonden. In het rapport concludeert de werkgroep dat de macronorm OZB geen effectief beheersingsinstrument is gebleken. Om die reden heeft de werkgroep voorgesteld deze norm af te schaffen. De werkgroep heeft een aantal mogelijke alternatieven geschetst. Het kabinet vindt de alternatieven in het rapport nog onvoldoende uitgewerkt om reeds nu te besluiten tot aanpassing of afschaffing van de huidige norm. Derhalve wordt de macronorm OZB in 2015 nog gehandhaafd als instrument. De macronorm is voor 2015 vastgesteld op 3%.

Onroerende zaakbelasting en herwaardering wet WOZ
Voor de opbrengsten van de OZB geldt dat ze bestaan uit de combinatie van het tarief x (maal) de WOZ waarde. Beide zijn hierbij communicerende vaten. De OZB tarieven worden primair afgeleid uit de waarde van alle onroerende zaken in Zaanstad.

Op grond van het bepaalde in de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ), worden alle onroerende zaken jaarlijks opnieuw gewaardeerd. Op dit moment is de herwaardering van de stad in volle gang, waardoor het nog niet mogelijk is de definitieve OZB tarieven te kunnen berekenen. Eind oktober zijn de definitieve tarieven bekend. De tarieven worden doorgegeven aan de griffie met het verzoek ze op te nemen in de definitief vast te stellen verordening OZB. De procedure is gelijk aan die in voorgaande jaren.

Met een opbrengststijging van 3,5% is de verwachting dat de eigenaar van een woning met een WOZ-waarde van € 150.000 in 2014, een bedrag van € 220,77 gaat betalen. Dat is € 7,47 meer dan in 2014. Dit bedrag kan hoger of lager zijn als de woning meer of minder daalt in waarde dan de gemiddelde waardeontwikkeling.

Woonlasten Zaanstad (onroerendezaakbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing)
Tabel 4: Gemiddelde woonlasten per heffingseenheid 2015 t.o.v. 2014 Zaanstad

Lokale lasten20152014%
OZB259,68250,493,50
Afvalstoffenheffing279,69273,462,28
Rioolheffing280,48280,480,00
Totaal819,99804,431,93

*Het bedrag OZB is afhankelijk van de WOZ-waarde van de woning

Tarieven rechten (leges)
De legesverordening is opgesteld conform het model van de VNG. Daarin wordt onderscheid gemaakt in algemene dienstverlening, dienstverlening vallend onder de Wabo (omgevingsvergunning) en dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn. Er wordt gestreefd naar 100% kostendekkendheid. De tarieven stijgen tussen de 0 en 10%. Voor de exacte tarieven verwijzen wij u naar de legesverordening.

Belastingopbrengsten
De begrote en werkelijke belastingopbrengsten betreffen:

(Bedragen x € 1.000)

OmschrijvingBegroting 2015Begroting 2014Realisatie 2013Kostendekkings % 2015
Onroerende zaakbelastingen31.28530.06629.322Nvt
Roerende ruimtebelasting54120147Nvt
Precariobelasting286282192Nvt
Leges Algemene dienstverlening2.9382.2522.45796,10%
Leges onder dienstverlening Wabo (omgevingsvergunning)4.7334.4703.15299,70%
Leges onder dienstverlening Europese dienstenrichtlijn112813632,50%
Hondenbelasting573515529Nvt
Toeristenbelasting350231241Nvt
Reclamebelasting 350345320Nvt
Reclameopbrengsten1.088880858Nvt
Rioolheffing21.03021.08718.46397,06%
Afvalstoffenheffing18.13517.58815.89299,74%
Grafrechten9599381.14993,90%
Marktgelden270269248100,00%
Parkeerbelasting1.1601.1601.147Nvt
Parkeervergunningen472472461Nvt
Parkeerautomaten gelden1.2861.6651.310Nvt
Binnenhaven- en kadegelden80786072661,00%
Totaal 85.897 83.280 76.652  


Rioolheffing

In het Verbreed Gemeentelijk Riolering Plan (VGRP) is een meerjarenraming gemaakt van de lasten en baten ten aanzien van het rioolbeheer voor de jaren tot en met 2020. In het VGRP wordt aangegeven dat investeringen noodzakelijk zijn om te voldoen aan de basisinspanning en om onderhoudsachterstanden de komende jaren in te lopen.

Met de vaststelling van het VGRP is tevens besloten om de komende jaren de stijging van de rioolheffing als gevolg van de noodzakelijke onderhoudsinvesteringen te nivelleren. Voor 2015 is in het VGRP een stijging rioolheffing opgenomen van 3,00%, exclusief index loon- en prijsstijging.

Als gevolg van het wegnemen van de onderhoudsachterstanden, waarbij de grootste probleemgebieden de afgelopen jaren zijn vervangen, zijn de jaarlijkse beheer- en onderhoudskosten sterk afgenomen.

In het collegeprogramma 2014-2018 is aangegeven dat de vergoeding via de algemene uitkering voor ‘slappe bodem’ wordt aangewend voor reducering van de rioolheffing. Dit betreft een structurele vergoeding van het Rijk en is volgens de meicirculaire vastgesteld op € 587.000. Het effect van deze bijdrage op het tarief rioolheffing is -2,70%.

Voorgesteld wordt om het tarief rioolheffing in 2015 vast te stellen op € 280,48. Dit is gelijk aan het tarief van 2014.

Afvalstoffenheffing
Voorgesteld wordt om het tarief afvalstoffenheffing in 2015 vast te stellen op € 279,69. Dit is 2,28 % hoger dan het tarief in 2014. Verhoging van het tarief vindt zijn oorsprong in inflatie en een rijksheffing op het verbranden van afval.

De per 3 juli 2014 ingevoerde belasting op het verbranden van afval veroorzaakt een extra kostenstijging. Per 1 januari 2015 wordt per ton te verbranden afval een belasting geheven van € 13. Deze belasting komt bovenop het basistarief dat Zaanstad aan HVC betaalt voor de afvalbeheertaken. Door de reductie van het aanbod van restafval worden de kosten lager. Immers, er hoeft dan minder afval te worden verbrand en tegelijkertijd stijgen de opbrengsten door een hoger aanbod van herbruikbare materialen. Om verdergaande reductie van afval te kunnen realiseren en daarmee de kosten beheersbaar te houden, zijn in de toekomst extra investeringen in de inzamelvoorzieningen noodzakelijk. In 2015 wordt een nieuw grondstoffenplan aan de raad ter vaststelling aangeboden waarin concrete maatregelen met bijbehorende financiële consequenties zijn uitgewerkt.

Parkeerbelasting
De tarieven van de parkeerbelasting handhaven op het niveau 2014.

Tarieven nautisch beheer
Als gevolg van lagere sector-eigen overhead voor de afdeling Havens en Vaarwegen worden minder kosten toegerekend voor invordering, toezicht en brug-/sluisbediening voor 2015. Hierdoor ontstaat er ruimte om de tarieven binnenhavengeld te doen dalen. Hierdoor kunnen de tarieven voor het binnenhavengeld met 8,2% naar beneden worden bijgesteld, waardoor deze meer in overeenstemming komen met de lagere tarieven die de gemeente Amsterdam hanteert.

Stand en verloop van de egalisatievoorzieningen*

EgalisatievoorzieningRekening 2013 Begroting 2014Begroting 2015Begroting 2016Begroting 2017Begroting 2018
EV Afvalstoffen-213-550-550-637-729-817
EV Riolen-4.014-5.301-5.524-4.893-3.426-1.291
EV Begraafplaatsen-159-137-137-78-1371
EV Marktgelden-23-22-16-11-50
(bedragen x € 1.000)      

*Een negatief bedrag in deze tabel betekent een positief saldo in de voorziening

Toelichting

Egalisatievoorziening Afvalstoffen
In 2015 vindt geen dotatie plaats aan de egalisatievoorziening. De besluitvorming omtrent tarieven 2016 vindt plaats in de begroting 2016-2019.

Egalisatievoorziening Riolen
Conform het voorstel loopt de Egalisatievoorziening nog op in 2015. Daarna zal de Egalisatievoorziening afnemen als gevolg van geplande vervangingsinvesteringen, zonder dat daardoor grotere tariefstijgingen noodzakelijk zijn.

Kwijtschelding
Tabel 5: Kwijtschelding heffingen

HeffingBegroot 2015Begroot 2014Rekening 2013
Afvalstoffen1.5591.4981.414
Rioolheffing1.5751.6171.402
Hondenbelasting333333
Totaal3.1673.1482.849

(bedragen x € 1.000)

Zaanstad hanteert een kwijtscheldingsnorm van 100% en voert daarmee een maximaal kwijtscheldingsbeleid. Kwijtschelding kan o.a. worden verleend indien men:

  • AOW heeft, eventueel aangevuld met een klein pensioen
  • een bijstandsuitkering heeft
  • een inkomen uit werk heeft dat niet hoger is dan een bijstandsuitkering
  • studiefinanciering krijgt en niet al te hoge bijverdiensten heeft
  • een zakgeldregeling heeft.

In het jaar 2014 zijn 3.790 verzoeken om kwijtschelding geautomatiseerd afgehandeld. Daarnaast zijn 2.148 verzoeken handmatig afgedaan (stand 15 augustus 2014), waarvan 1.344 geheel of gedeeltelijk zijn toegewezen. Verwachte eindstand geheel of gedeeltelijk toegewezen verzoeken is circa 5.500 verzoeken.

Kwijtschelding ondernemers
Kwijtschelding ondernemers is in 2014 gestart als pilot voor drie jaar waarbij budget is vrijgemaakt.

Momenteel zijn bij belastingen 25 dossiers kwijtschelding ondernemers. Over de uiteindelijke uitkomst van de ingediende verzoeken en het aantal nog te ontvangen verzoeken, kan nog geen definitief antwoord worden gegeven. De reden hiervoor is:

  • Voor het afhandelen van de verzoeken hanteren we de zuivere lijn, d.w.z. dat pas na afloop van het belastingjaar de berekening plaatsvindt waarbij verlies- en winst rekening alsmede aangifte inkomstenbelasting als uitgangspunt dienen. Voor het laatste geldt dat een ondernemer bij de Belastingdienst voor een langere periode uitstel kan aanvragen.
  • Zolang de aanslag onbetaald is, kan een ondernemer een verzoek tot kwijtschelding indienen.

Omdat in februari bijna 100% van alle woonlastenaanslagen zijn opgelegd, is de verwachting dat het aantal verzoeken niet meer sterk zal toenemen.

Zaanstad ten opzichte van landelijke kengetallen

De doelstelling van de sector Belastingen is het tijdig innen van de lokale belastingen en andere heffingen met een minimum aan gegronde klachten en bezwaarschriften. De inspanningen van de sector zijn er op gericht een zo optimaal mogelijke opbrengst voor de gemeente te verkrijgen, tegen zo laag mogelijke uitvoeringskosten.

Om de doelstelling te meetbaar te maken, worden de prestaties in landelijk perspectief geplaatst. Voor informatie over de landelijke ontwikkelingen op het gebied van lokale heffingen, wordt gebruik gemaakt van de gegevens van:
- Benchmark Landelijke Vereniging voor Lokale Belastingen (LVLB)
- COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden)
- Benchmark WOZ (Waarderingskamer)

De benchmarks richten zich in hoofdzaak op aantallen en kostenontwikkeling. Het COELO maakt een landelijke vergelijking van de woonlasten. Onder de woonlasten wordt verstaan: de onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing/reinigingsheffing en de rioolheffing.

Benchmark LVLB
Voor het meten en vergelijken van prestaties maken gemeenten gebruik van benchmarking. Door het invullen van vragenlijsten worden prestaties gemeten en onderling vergeleken. Voor lokale heffingen wordt dit proces jaarlijks georganiseerd door de LVLB. Aan die benchmark nemen thans 80 gemeenten en samenwerkingsverbanden deel, goed voor zo’n 8,5 miljoen inwoners.

In onderstaande tabel is de kostenverhouding per proces per belastingorganisatie over 2012* opgenomen. De kostenverhouding van Zaanstad laat zien dat wordt geïnvesteerd in de voorkant van het proces, het bestandsbeheer (waaronder de basisregistraties), wat zich terugvertaalt in lagere uitvoeringskosten bij de heffing en invordering van lokale lasten.

Bron: Benchmark LVLB 2012

* Meest recente info: Benchmark LVLB 2012, publicatiedatum december 2013

Daarnaast is de sector Belastingen leverancier van data aan diverse afdelingen binnen de gemeentelijke organisatie en daarbuiten. Externe afnemers van gegevens zijn onder meer de Rijksbelastingdienst, het waterschap en diverse landelijke datasystemen en basisregistraties (Landelijke voorziening WOZ, Basisregistratie adressen en gebouwen, Basisregistratie Grootschalige Topografie, et cetera). Voor een goede en betrouwbare gegevenslevering is een maximale controle op de kwaliteit en actualiteit van gegevens essentieel.

Woonlasten
Het COELO publiceert jaarlijks een overzicht van de kerngegevens van de grote gemeenten. Onder grote gemeenten worden provinciehoofdsteden en gemeenten met ten minste 90.000 inwoners gerekend. In deze 35 gemeenten woont 37 procent van de Nederlandse bevolking.

Tabel 3: Woonlasten 2014 Zaanstad t.o.v. overige 35 grote gemeenten

 OZB-eigenaarReinigingsheffing (afvalstoffenheffing)RioolheffingWoonlasten 2014
Zaanstad250,49273,46280,48 804,43
Laagste126,00157,0070,00532,00
Hoogste405,00373,00280,48804,43
Gemiddelde*226,00287,00156,00669,00
Mutatie Zaanstad t.o.v. vorig jaar2,7%
Mutatie gemiddelde t.o.v. vorig jaar0,4%

Bron: Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2014 COELO

* Meerspersoonshuishoudens. Gemiddelden zijn gewogen naar inwonertal.